In dit artikel lees je hoe je POS-apparaten kunt beheren op de pagina Apparaten in de backoffice (Configuratie > Apparaten > Apparaten). Het artikel behandelt alles, van basisinformatie over POS-apparaten tot het updaten van apparaatinstellingen, waaronder het passief maken van een apparaat. Je leest bovendien hoe je je POS-apparaten opnieuw kunt laden om wijzigingen vanuit de backoffice te synchroniseren, en hoe je je apparaten kunt uitschakelen, controleren en exporteren.

Als je meer te weten wilt komen over de rol van POS-apparaten in je Lightspeed Restaurant-configuratie, bekijk dan ons artikel Over POS-apparaten.

Inzicht in POS-apparaatgegevens

De pagina Apparaten bevat een uitgebreid overzicht van zowel basis- als geavanceerde details gekoppeld aan je POS-apparaten. Basisdetails zijn direct zichtbaar in de tabel met POS-apparaten. Als je geavanceerde details wilt bekijken, klik je op de pijl naast de apparaatnaam.

Basisgegevens van het POS-apparaat

Basisgegevens van je POS-apparaten zijn direct zichtbaar in de lijst op de pagina Apparaten en bevatten de naam van het apparaat, de status, de laatste activiteit en meer. Elke kolom kan gesorteerd en gefilterd worden om specifieke apparaten sneller te vinden.

Naam: Naam van het apparaat. Deze kan worden aangepast door het POS-apparaat te bewerken.

Apparaatmodus: indien Actief, is het POS-apparaat momenteel verbonden met je account. Indien Inactief, is het POS-apparaat uitgeschakeld op je account en is het momenteel inactief. Als je inactieve POS-apparaten wilt bekijken, klik je op het tabblad Uitgeschakeld boven de tabel op de pagina.

Laatste activiteit: wanneer het apparaat voor het laatst is gebruikt.

Apparaatstatus: Geeft aan of de POS-app in gebruik is. Mogelijke statussen zijn:

• Verbonden: de Restaurant POS-app is momenteel geopend op het POS-apparaat.
• Op de achtergrond: het POS-apparaat staat aan, maar een andere app dan Restaurant POS is geopend.
• Verbinding verbroken: de Restaurant POS-app is niet geopend of het POS-apparaat is uitgeschakeld.

Status: Geeft aan wat de status is van de synchronisatie van het apparaat met de backoffice, of er updates nodig zijn, of dat het apparaat up-to-date is. Mogelijke statussen zijn:

• OK: het POS-apparaat is gesynchroniseerd met de backoffice.
• Remote opnieuw laden aangevraagd: het apparaat wacht op het downloaden van de wijzigingen die zijn gemaakt in de backoffice.
• Opnieuw laden vereist: Er zijn wijzigingen aangebracht in de backoffice die nog niet zijn gesynchroniseerd met het POS-apparaat. Laad het POS-apparaat opnieuw vanuit de backoffice of vanuit het POS-apparaat zelf om het apparaat volledig te synchroniseren met je account.

Configuratie: De POS-configuratie die door het apparaat wordt gebruikt, waarmee geregeld kan worden hoe het apparaat werkt. Je kunt de configuratie aanpassen door het POS-apparaat te bewerken. Klik op de naam van de configuratie om de instellingen van de configuratie te bewerken.

Laatste configuratie: datum en tijd van de laatste upload van de apparaatconfiguratie.

Applicatieversie: Toont de momenteel geïnstalleerde applicatieversie. Als je meerdere POS-apparaten in je bedrijf hebt, moeten ze allemaal dezelfde POS-app-versie gebruiken.

Apparaattype: POS of klantenscherm, afhankelijk van het type connectiecode dat wordt gebruikt voor de verbinding met het apparaat.

Drie puntjes: hier kun je overbodige apparaten uitschakelen of een bepaald apparaat controleren.

Geavanceerde gegevens van het POS-apparaat

Geavanceerde gegevens van het POS-apparaat kunnen worden weergegeven door op het +-symbool naast het apparaat te klikken. Deze gegevens bieden diepere inzichten in de werking van het apparaat. Hoewel niet alle gegevens voor elk apparaat aanwezig zijn, zijn ze belangrijk bij probleemoplossing en beheer.

Apparaat-ID: het ID-nummer van het apparaat.

Naam model: het model van het iOS-apparaat.

IP-adres: toont het huidige IP-adres van het POS-apparaat in je netwerkinformatie.

App laatst bijgewerkt: de tijd waarop de Lightspeed Restaurant-app voor het laatst is gesynchroniseerd met de backoffice.

App gestart: de tijd waarop de Lightspeed Restaurant-app is geïnstalleerd.

SSID: de naam van het netwerk waarmee je POS-apparaat is verbonden.

OS-versie: toont de huidige versie van het besturingssysteem.

Tijdzone: Geeft de tijdzone waar de instellingen van de iPad mee zijn gesynchroniseerd aan. Je iPad en backoffice moeten dezelfde tijdzone hebben.

Tijd op apparaat: de huidige tijd die op het apparaat is ingesteld.

AApp laatst geüpgraded: de tijd waarop de Lightspeed Restaurant-app voor het laatst is bijgewerkt via de App Store.

BSSID: Staat voor Basic Service Set Identifier. Dit is het MAC-adres van het draadloze toegangspunt of de router, die in een bepaalde omgeving een specifiek wifinetwerk identificeert.

POS-apparaten bewerken

Bewerk je POS-apparaten om hun instellingen te beheren, bijvoorbeeld om een apparaat te wijzigen van actief naar passief, om printers en betaalterminals toe te wijzen en om andere functies te configureren. Hierdoor kun je elk POS-apparaat afstemmen op jouw operationele behoeften.

1. Klik op de pagina Apparaten op de naam van een POS-apparaat om het te bewerken.

   

2. Configureer de instellingen van het POS-apparaat naar wens.
3. Selecteer Bijwerken om je wijzigingen toe te passen.

Inzicht in instellingen van POS-apparaten

POS-apparaatinstellingen zijn ingedeeld in de volgende secties: Basisinformatie, Printconfiguratie, Account delen, Afhaalopties en Transactielabels. Elke sectie beslaat een ander aspect van apparaatbeheer.

Basisinformatie

De basisinformatie omvatten de naam van het apparaat, het aangewezen vloerplan en de hardware, en de gebruikte POS-configuratie.

Naam apparaat: Toont de opgegeven apparaatnaam. De naam heeft een limiet van 8 tekens en moet uniek zijn.

Standaard vloerplan: selecteer een vloerplan dat standaard wordt weergegeven wanneer het personeel het Tafelsscherm bekijkt, of kies voor Geen.

Standaard POS-configuratie: De POS-configuratie die nu wordt gebruikt. Je kunt de geselecteerde configuratie zowel hier als in de Restaurant POS-app aanpassen.

Betaalterminal: hiermee kan je jouw apparaat koppelen aan een betaalterminal die je eerder hebt toegevoegd aan de backoffice.

Klantenscherm: als dit ingesteld is, selecteer je een Customer Facing Display (klantenscherm) om te koppelen aan dit POS-apparaat.

Printconfiguratie

De instellingen voor printconfiguratie maken het mogelijk om de printprofielen toe te wijzen voor kassabonnen en nota's die worden verstuurd vanaf dat apparaat. Dit zorgt voor een efficiënte orderverwerking en klantenservice.

Bonprinter: selecteer het printprofiel dat je wilt gebruiken voor de kassabonnen die op dit POS-apparaat worden aangemaakt.

Notaprinter: selecteer het printprofiel dat je wilt gebruiken voor de bestelbonnen die op dit POS-apparaat worden aangemaakt.

Niet printen vanaf POS-apparaten op de vloer: schakel deze instelling in om printprofielen van het vloerplan te omzeilen en kassabonnen te printen op de printer die is toegewezen aan dit apparaat of de bijbehorende configuratie. Hiermee kan bijvoorbeeld een Hoststation altijd vanaf de eigen printer printen terwijl POS-apparaten in beweging de vloerplanregels volgen.

Rekening delen

De instellingen voor rekening delen bepalen de gegevensstroom tussen de POS-apparaten op het netwerk. Hier kun je apparaten instellen als actief of passief.

Rol bij het delen van de rekening: Bepaalt of het apparaat actief of passief is. Voor meer informatie over actieve en passieve apparaten kun je het artikel Over POS-apparaten raadplegen.

De opties voor rekening delen zijn:

• Actief: Het apparaat wordt een actief POS-apparaat. We raden aan om één actief POS-apparaat per locatie te gebruiken en andere POS-apparaten in te stellen als passief.
• Geforceerd: als je meerdere actieve apparaten hebt, wordt dit het enige actieve apparaat dat gegevens uitwisselt met de backoffice.
• Passief: Het apparaat wordt een passief POS-apparaat. Let op: Als je maar één actief apparaat hebt en die instelt als passief, verlies je al je openstaande bestellingen op dat apparaat.
• Voorkeur: Als je meerdere actieve apparaten hebt, is dit je hoofdapparaat. Gegevens worden naar dit actieve apparaat gestuurd, maar als er een probleem is met dit apparaat worden de gegevens doorgestuurd naar een ander actief apparaat.

Afhaalopties

Instellingen voor afhaalopties beheren hoe meeneembestellingen worden verwerkt, inclusief beheer van ophaalcodes en dagelijkse resets. Afhaalcodes zijn unieke identificatoren voor elke bestelling.

Ophaalcode om als eerste te gebruiken: voer een nummer in om als eerste ophaalcode van de dag te gebruiken.

Ophaalcode om als laatste te gebruiken: aantal ophaalcodes dat het POS-apparaat gebruikt voordat de codes gereset worden naar de eerste code.

Ophaalcode elke dag resetten: bepaalt of de ophaalcodes worden gereset aan het begin van elke verkoopperiode.

Transactielabels

Maak tags gekoppeld aan specifieke POS-apparaten voor rapportagedoeleinden. Vervolgens kun je verkooprapporten filteren op tag om te beoordelen welke verkopen zijn gedaan met een specifiek POS-apparaat.

POS-apparaten opnieuw laden

Het opnieuw laden van POS-apparaten is noodzakelijk voor het toepassen van wijzigingen in de backoffice en het synchroniseren van de laatste instellingen op alle apparaten. Je kunt één POS-apparaat, of meerdere apparaten tegelijk opnieuw laden.

1. Klik op de pagina Apparaten op het selectievakje naast elk POS-apparaat dat je opnieuw wilt laden.
2. Selecteer Apparaten opnieuw laden.

   

De status van je apparaat of apparaten verandert in Remote opnieuw laden aangevraagd tot het opnieuw laden is verwerkt op het POS-apparaat. Als het opnieuw laden is voltooid, verandert de status in OK.

POS-apparaten uitschakelen

Als je een POS-apparaat niet langer nodig hebt voor je bedrijf, kun je het apparaat uitschakelen op je account. Als een POS-apparaat is uitgeschakeld, werkt de Restaurant POS-app niet meer op dat apparaat tenzij je het apparaat opnieuw met je account verbindt.

Zorg dat het POS-apparaat verbonden is met het internet en dat de bestellingen op het apparaat zijn afgerond voordat je het apparaat uitschakelt zodat je geen gegevens verliest.

1. Klik op de pagina Apparaten op de drie puntjes naast een POS-apparaat en selecteer Uitschakelen.

   

2. Controleer de waarschuwingsmelding over het sluiten van openstaande bestellingen.
3. Klik op Apparaat uitschakelen om te bevestigen.

Als de Restaurant POS-app is geopend op het uitgeschakelde apparaat, stuurt het apparaat gegevens naar de backoffice en keert het terug naar het startscherm. Andere POS-apparaten laden zelf automatisch opnieuw.

POS-apparaatactiviteit controleren

Als je de basisacties wilt controleren die op een POS-apparaat worden uitgevoerd (zoals een POS-gebruiker die een verkoopperiode opent of inklokt), kun je ervoor kiezen het apparaat te controleren. Dit toont een gebeurtenissenlog voor het geselecteerde POS-apparaat.

1. Klik op de pagina Apparaten op de drie puntjes naast een POS-apparaat en selecteer Activiteit.

   

2. Controleer het controlespoor van het opgegeven apparaat.

   

Wat nu?